Intocht Canadezen

Op 8 mei trokken de Canadezen samen met de Prinses Irene Brigade als onze bevrijders door het dorp. De bezetter wilde aanvankelijk op 5 mei niet vertrekken. Hereniging van oude bekenden.

9 mei 1945: de bevrijders komen!!

Op 9 mei is het dan zover. De straten zijn vol met uitbundige Bodegravers. De kruispunten zijn voorzien van Engelstalige richtingaanwijzers, terwijl de Binnenlandse Strijdkrachten en BewakingsTroepen de straten hebben afgezet. Om de sfeer van die dag het beste weer te geven, volgt hier het verslag dat op 10 mei 1945 in de, nu niet meer illegale, Kroniek stond afgedrukt:

“Het was gisteren onze grote dag! Het waren nu niet een paar Canadezen, het was een heel leger dat door onze Brugstraat stroomde en onze smalle Rijnbrug met het zwaarste materiaal passeerde. Geen stoet van 6 kilometer maar van vele tientallen kilometers, die in een onophoudelijke rij, bijna 5 uur lang doortrok! De grootste glorie was de Prinses Irene Brigade, ons eigen Hollandse korps. Zij waren erbij met een uitrusting, zoals wij nog nooit een Duits leger uitgerust gezien hebben. De eerste voortekenen verschenen al vroeg in de morgen, toen een Canadesche motorrijder als wegwijzer op de hoek van de Noordstraat post vatte. De grote stroom ging toen echter nog langs Rijksweg 12 naar Rotterdam. Langs die rijksweg stond het ook vol met juichende mensen. Langs de oude weg begon de stroom pas in de middag. Wij zullen het ons leven lang niet vergeten. Duizenden Bodegravers hebben de hele middag gestaan of gezeten en gejuicht, gejuicht zelfs boven hun kracht. Handen geschud, gewuifd, kortom alles gedaan wat een gelukkig volk doet na vijf jaren ellende. 

Toen de Prinses Irene Brigade voorbij kwam, met Hollandse jongens, Hollandse kleuren en Hollandse spraak, toen was er werkelijk geen houden meer aan. Een explosie van geestdrift! Ontroerend mooi was een moment in de Brugstraat. Dina van de Bogaard sprong voor een wagen en lag een minuut later in de armen van haar verloofde, die zij sinds 1940 niet meer had gezien. Ook mevrouw Derks ontdekte een broer bij de Brigade. Plotseling dook Piet Huchshorn op in het uniform van een Engelse parachutist. Hij reed met de brigade mee om zijn ouders in Bodegraven te begroeten, die niet eens wisten dat hij parachutist was.”

Van de gearriveerde Canadezen bleef een klein deel achter als bezetting van de Wierickerschans. Zij werden al snel een vertrouwd beeld in de Bodegraafse straten, omzwermd door jongens en meisjes die om snoep en sigaretten bedelden. Op 10 mei, precies 5 jaar na het uitbreken van de oorlog, met precies zulk stralend zomerweer, werden de Duitse gevangenen uit Bodegraven weggevoerd. Ze vertrokken met autobussen met slechts één Canadese bewaker. 

Om dit alles te vieren, werden er op 10 mei herdenkingsdiensten gehouden in de Dorpskerk. Zowel ’s middags als ’s avonds was de kerk overvol. In deze diensten werden de gevallenen herdacht, die in de laatste vijf jaar waren omgekomen. Het koor ‘De Rijnse Sangers’ zong vaderlandse liederen. Dominee C. Houtman hield een feestrede, waarin hij onder andere zei “dat protestanten, Rooms Katholieken en Joden een eenheid zijn, een eenheid die wij moeten bewaren, ook al zijn er scheidingen”.

Ter vervanging van de NSB-burgemeester die de vermoorde burgemeester Vonk had opgevolgd, werd al snel de burgervader van voor 1939 weer benoemd; Mr. C.S. van Dobben de Bruijn. Hij maakte de burgerlijke gemeente weer bestuurbaar. 

De voedselvoorziening was natuurlijk ook nog lang niet normaal. Behalve het Zweedse wittebrood kreeg iedereen in het begin nog maaltijden van de Gaarkeuken. Dat bestond meestal uit erwtensoep, hutspot of rode kool. 

Men hoefde de huizen niet meer te verduisteren, en er was geen spertijd meer. Men mocht ‘s avonds tot elf uur op straat blijven. Alleen van elf uur ‘s avonds tot ’s morgens vier uur was het nog verboden om buiten te komen. 

Zo begon iedereen, weer wat op te leven na de zware oorlogsjaren. Hoewel het nog een tijd zou duren voor alles weer, meer of minder, normaal zou zijn.

Verhalen uit het archief, door Cock Karssen
Bron: kranten en fotoarchief firma Karssen

IntochtCanadezen