Cor Karssen
Verzetsman Redacteur/uitgever Bodegraafs Nieuws en Advertentieblad Gijzelaar in gijzelaarskamp St. Michielsgestel Verzamelde inlichtingen over de Duitsers en was redacteur van de illegale krant De Kroniek.
Bodegraafse krant
De nieuwsvoorziening via de bestaande kranten en de radio werden tijdens de Tweede Wereldoorlog al snel gemuilkorfd. Landelijk ontstonden er illegale kranten als Trouw, Vrij Nederland, De Waarheid en Het Parool. Al in 1940 begonnen Bodegravers deze krantjes in blanco enveloppen bij bekenden in de bus te stoppen. In 1942 werd de Trouw via de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers LO op grote schaal in het dorp bezorgd. Omdat het luisteren naar de Engelse Zender steeds gevaarlijker werd, als je sowieso nog een radio had, en de behoefte aan nieuws van de oorlogsfronten groot was, besloten de mensen die de illegale kranten verspreidden, om zelf een krantje te gaan stencilen.
C.G. (Cor) Karssen (1903-1972), vader van onder andere Cock Karssen, was als redacteur bij zowel de officiële als de illegale krant sterk betrokken.
Na mei 1940 kon Karssen geen kwaad over de Duitsers schrijven, maar hij was ook niet van plan om de Duitsers naar de mond te praten. Hij bezat de gave om overzichten van het buitenlandse nieuws, dat op Duitse gegevens berustte, zo te schrijven dat er tussen de regels door van alles over de geallieerden te lezen was. Ook werd de NSB vaak openlijk bekritiseerd, tot grote ergernis van de NSB-kringleider.
Op 21 december 1940 krijgt de redacteur een bedreiging in de brievenbus gestopt, op zijn krant van 12 december met potlood geschreven: ’ Je tijd is temet gekomen, we loeren op je, landverrader. Opgepast, anders zullen we je mores leren met al dat geroddel. 14 dagen proef anders vervolging.’
Toen het Departement voor Volksvoorlichting werd opgericht, werd de redacteur ook twee maal op het matje geroepen, en gewaarschuwd dat hij moest stoppen met zijn manier van schrijven. Uiteindelijk werd Het Bodegravensch Nieuws en Advertentieblad verboden, en vervangen door Het Nieuws. Bij vergissing werd de toestemming om Het Nieuws te laten verschijnen niet naar de uitgever in Zeist gestuurd, maar naar Karssen. Deze bleef daarna zijn krant uitgeven onder de naam Het Nieuws. Dit werd ontdekt. Men bemerkte dat de Rijnbode in Alphen wel mocht verschijnen, waarna ook in Bodegraven De Rijnbode verscheen. Dezelfde kop uit de originele krant, werd gebruikt, terwijl de rest met de inhoud van het oude Bodegraafse blad werd gevuld. Dit spelletje heeft geduurd van 7 november 1941 tot 16 april 1943. Daarna bleef er alleen een raamkrant over, met wekelijks distributienieuws. Terwijl de legale pers zo verdween, kwam er steeds meer behoefte aan illegaal nieuws. In Bodegraven verscheen in oktober 1944 De Kroniek, een illegaal krantje uit Leiden. Na Dolle Dinsdag besloot Karssen dat hij, omdat de verbindingen slecht werden, het krantje zelf zou gaan schrijven.
Karssen werd op 5 mei 1942 door de Duitsers uit huis gehaald onder de beschuldiging: ‘Sie sind ein Schriftsteller einer Zeitung ’, en negen maanden als gijzelaar opgesloten in St. Michielsgestel. Daar zat hij samen met 1500 mensen uit de top van Nederland. Negen van deze gijzelaars zijn in deze periode door de Duitsers gefusilleerd, als wraak voor aanslagen.
Dit weerhield Karssen er niet van om na zijn thuiskomst in december verder te gaan met het verzet als lid van de LO Ook verzamelde hij samen met burgemeester Vonk en de heer Burggraaf inlichtingen over de Duitse troepen. Die werden via een tuinder in Boskoop naar Engeland doorgeseind.
Het schrijven van de illegale Kroniek werd hem toch nog bijna fataal. Op 29 april 1945 werd hij alsnog gevangen genomen, samen met zijn vrouw en zwager Chiel Edelman, ook een belangrijke verzetsman. Na een hardhandig verhoor door Robertson en door de Hollandse SS-er, Ridder van Rappard, werd hij doorgestuurd naar de Goudse gevangenis met het vonnis dat hij de kogel zou krijgen. Zijn vrouw en zwager Edelman werden opgesloten in de gevangenis in Bodegraven. De zes kinderen werden opgevangen in het dorp en hun huis werd leeggehaald. Zijn vrouw werd na één nacht vrijgelaten, Edelman werd met hulp van politieman Jan Groenendijk en het verzet bevrijd. Zij doken onder.
Groenendijk vertelde daarover in 1965: “Ik genoot het volste vertrouwen van de Duitsers. Ik bezat twee sleutels van de cellen, om de gevangen niet in hun vuil te laten omkomen. De BS had zich in de buurt van de cellen verborgen, in afwachting van het moment dat ik de cel kon openen. Toen Dolf (schuilnaam van Edelman) op een gegeven moment naar het toilet was geweest, gaf Groenendijk hem een seintje. De aanwezige SS-er kreeg argwaan. Groenendijk nam geen enkel risico, maar sloeg hem meteen achterover en wierp hem in de cel van Dolf. Buiten wachtten de BS-mensen, en Dolf ontsnapte via de weilanden naar het huis van kapper Van der Berg in de Noordstraat. Die zorgde verder voor een veilig onder dak.”
Ook Groenendijk werd het nu te heet onder de voeten; hij dook onder in Boskoop. Daar wachtte hij de bevrijding af.
Gelukkig wist het gewapend verzet ook Karssen op 2 mei te bevrijden uit de gevangenis in Gouda. Er waren op dat moment voedseldroppings boven Gouda, waardoor er slechts eén politieagent aanwezig was op het bureau. Het Goudse gewapende verzet wist met een list binnen te komen, en zo Karssen te bevrijden.
Bron: Cock Karssen en een bijdrage van Hester van Eerden in Heemtijdinghe, december 2005