Leerlingenvervoer Voortgezet (Speciaal) Onderwijs (VO/VSO)
Wat wordt er verstaan onder handicap/beperking?
Een 'gehandicapte leerling' is iemand die vanwege een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap helemaal niet met het openbaar vervoer kan reizen, of alleen met begeleiding. Tijdelijke handicaps, zoals een gebroken been, tellen niet mee voor de vergoeding van vervoer.
Medische verklaring
Als uw kind niet alleen met het openbaar vervoer kan reizen vanwege een handicap of beperking, heeft u een doktersverklaring nodig om de aanvraag te doen. U kunt deze verklaring krijgen van de specialist, arts of fysiotherapeut van uw kind. Het moet wel een uitgebreide verklaring zijn om de vergoeding te krijgen.
Wat moet er in de medische verklaring staan?
- Informatie waaruit blijkt dat de leerling gezien zijn of haar structurele lichamelijke, zintuiglijke en/of verstandelijke handicap, stoornis of ziekte niet in staat is zelfstandig of met begeleiding per fiets of openbaar vervoer te reizen.
- Informatie waaruit blijkt dat de leerling niet in staat is om met begeleiding te reizen met openbaar vervoer of fiets.
- Informatie of de leerling op termijn in staat is om zelfstandig met de fiets of het openbaar vervoer te reizen. Zo ja, wat is hiervoor nodig?
Indien nodig kan worden aangegeven waar tijdens het vervoer van de leerling rekening mee gehouden moet worden. Bij twijfel of een onvoldoende gemotiveerde verklaring kan de gemeente uw kind laten oproepen voor een onafhankelijke keuring bij bijvoorbeeld de GGD arts.
Stage
Als een stage deel uitmaakt van het schoolprogramma, valt het onder het leerlingenvervoer. Stages helpen leerlingen om zich voor te bereiden op het dagelijkse leven. We verwachten van de leerling, de ouder/verzorger en de school dat ze proberen om zelfstandig naar de stageplek te reizen. Als de stage bij het schoolprogramma hoort, kan de leerling mogelijk recht hebben op vervoer. Hiervoor moeten ze aan bepaalde voorwaarden voldoen:
- Een verzoek om vervoer moet samen met de stage-overeenkomst worden ingediend. Hierin staat waarom de leerling stage loopt, wat hij of zij doet en hoelang de stage duurt.
- De stageplek moet zo dicht mogelijk bij huis of op de route naar school liggen. Dit maakt de reistijd korter en vergroot de betrokkenheid bij de gemeente.
- Als de stageplek ver weg is, wordt vervoer alleen vergoed als de school goede redenen hiervoor geeft.
- Vervoer vindt alleen plaats op vaste tijden, 's ochtends en 's middags volgens de schooltijden. Tijdens weekenden of vakanties wordt er geen vervoer geregeld voor stages.
Co-ouderschap
Wanneer er sprake is van co-ouderschap, waarbij uw kind in twee verschillende gemeenten verblijft moeten beide ouders afzonderlijk, voor de dagen dat het kind bij hen verblijft, een aanvraag indienen bij de gemeente waar hij of zij woonachtig is. Het moet gaan om vaste dagen in de week.
Gedrag
Als ouder/verzorger bent u te allen tijde verantwoordelijk voor het gedrag van uw kind in de (taxi)bus. U moet uw kind(eren) instrueren zich zo te gedragen, dat tijdens het vervoer geen ongeregeldheden ontstaan. In de informatiebrochure van de vervoerder staat verwoord wat er wordt verwacht van de leerling die vervoerd wordt. Is er toch sprake van overlast dan wordt er een protocol toegepast.
Vervoer tijdens en na schooltijd
De gemeente heeft de zorgplicht voor het vervoer tussen huis en school en terug. De gemeente is niet verantwoordelijk voor het vervoer naar naschoolse activiteiten, buitenschoolse opvang, een oppasadres, of medische behandeling, etc. Hiervoor is het leerlingenvervoer niet bedoeld.
Als uw kind ziek wordt of om een andere reden niet op school kan blijven tot het einde van de schooldag, dan bent u zelf verantwoordelijk voor vervoer. Het is niet mogelijk tussentijds een taxi in te zetten.
Eigen vervoer
Als ouders hun kind zelf willen brengen en halen, moeten ze toestemming vragen aan de gemeente. Dit kan voordeliger zijn voor de gemeente. Een belangrijke maatstaf voor toestemming kan zijn dat de bekostiging van het vervoer door de ouders voor de gemeente goedkoper is. Daarvan is in ieder geval geen sprake als de leerling in aanmerking komt voor een voorziening in de vorm van aangepast vervoer en er nog plaats beschikbaar is in een busje dat toch al rijdt.